De effecten van stress op het immuunsysteem resulteren in veranderingen in aantallen immuuncellen en cytokine disregulatie. Diverse stress management strategieën zoals meditatie, yoga, hypnose en spierrelaxatie hebben bewezen de psychologische en fysieke effecten van stress te reduceren in kanker en HIV-infectie.
Het vermogen proactief met stress om te kunnen in het dagelijkse leven maakt het mogelijk de constante activatie van het endocriene systeem te verlichten, hetgeen op zijn beurt, de effectiviteit van het immuunsysteem verhoogd. Psycho-immunologische studies hebben gebruik gemaakt van diverse strategieën waaronder hypnose, relaxatie, training, klassiek conditioneren, zelf-onthulling en blootstelling aan fobische stressoren om waargenomen omgang met problemen en zelfwerkzaamheid te verhogen.
In aloude tijden ontwikkelden China en India methoden van beoefening met buitengewone helende effecten. Qi Gong, T’ai Chi en yoga kunnen allen beschreven worden als meditatieve oefeningen en allemaal betrekken ze relaxatie en concentratie, een focus op ademhaling, en geleidelijke en doelgerichte beweging.
Yoga is een oeroude Indiase wetenschappelijke methode voor fysieke, mentale en spirituele ontwikkeling. Het woord yoga is afgeleid van Sanskriet, yug, hetgeen betekent te binden, verbinden. Deze reflectie van unificatie van body, mind en spirit is dat wat yoga onderscheidt van algemene bewegingsprogramma’s. De meest voorkomende practices van hatha yoga zijn fysieke houdingen (asanas), ademhalingsoefeningen (pranayama) en meditatie (dhyana). Asanas zijn lichaamshoudingen die verschillenden delen van het lichaam uitrekken en versterken, masserend werken en vers bloed naar de interne organen brengt, het zenuwstelsel verjongen en de gewrichten, spieren en ligamenten smeren. Elke asana heeft andere effecten. Enkele zijn stimulerend voor het zenuwstelsel en hart- en vaatstelsel, enkele ontwikkelen coördinatie en concentratie, terwijl andere een kalmerend effect hebben op het lichaam. Sommige lichaamshoudingen, zoals de lijkhouding (shavasana), worden gebruikt voor langdurige perioden van relaxatie. Pranayama bestaat uit verschillende technieken voor de regulatie van ademhaling, veelal door aanmoediging deze te vertragen, regelmatiger te maken en te verfijnen.
Het ultieme doel van yoga is het lichaam voor te bereiden op kalmte van de mind. Yoga is aangeraden en bestudeerd in relatie tot stress, alhoewel de studies wetenschappelijk gezien minder goed te reproduceren zijn. Het is aangetoond dat het een gevoel van welbevinden creëert, gevoel van ontspanning, verbeterde concentratie, zelfverzekerdheid, verhoogde efficiëntie, goede interpersoonlijke relaties, verhoogde aandacht, verlaagde prikkelbaarheid en een optimistische kijk op het leven geeft. Evenwel, meerdere onderzoekers claimen sterke positieve resultaten door de beoefening van yoga op het verlichten van stress en zijn effecten. Omdat het zelfbewustzijn voedt, is yoga een veelbelovende benadering voor het omgaan met de stressrespons. Zelfs de Westerse wereld heeft yoga geaccepteerd als complementaire therapie voor het assisteren van overlevenden van kanker in management van symptomen zoals depressie, angst, slapeloosheid, pijn en vermoeidheid.
Yoga houdingen die twisten en organen comprimeren, helpen immuunorganen en kanalen te masseren en te verjongen. De beoefening van yoga genereert gebalanceerde energie – vitale energie noodzakelijk voor het immuunsysteem. Yogaoefeningen verminderen waarschijnlijk de activiteit van paraventriculaire nuclei van de hypothalamus, hetgeen op zijn beurt de adenohypofyse beïnvloedt minder ACTH te produceren. De afname in ACTH vermindert de synthese van cortisol in de bijnier. De afname in cortisol niveaus met yoga is in meerdere studies waargenomen. Qi Gong training, een Chinees energiesysteem die meditatieve technieken combineert met andere oefeningen, werd geassocieerd met een toename in CD4 T cellen en een hogere CD4/CD8 cel ratio in een groep gezonde beoefenaars vergeleken met gezonde controles. Qi Gong training leidt verder tot vermindering van angst en lagere plasmaniveaus van ACTH, cortisol, en aldosteron. Cortisol leidt tot activatie van fenolethanolamine-N-methyl transferase (PNMT). Ten gevolge van sympathische inhibitie en afname in PNMT, neemt catecholamine vorming af. De afgenomen niveaus van corticosteroïden en catecholaminen leidt tot de afname van de stressrespons.
Alhoewel het nog niet duidelijk is in hoeverre deze positieve immunologische veranderingen vertalen in concrete verbeteringen in relevante aspecten van gezondheid (veranderingen in incidentie, ernst, of duur van infectieuze of kwaadaardige ziekte), zijn de preliminaire bewijzen veelbelovend. Auteurs concluderen dat stress een negatieve impact heeft op het immuunsysteem en een persoon meer vatbaar maakt voor ziekten. Management van stress, in het bijzonder chronische of langdurige stress (zelfs als het niet intens is), door beoefening van diverse relaxatie technieken, kan mensen helpen andere co-morbiditeiten te overwinnen geassocieerd met ziekten en leidt tot een betere kwaliteit van leven zelfs gedurende perioden van stress.
Bron: Sarika Arora, Jayashree Bhattacharjee